Romy - VoedingsdeskundigeDe anatomie van de alvleesklier
De alvleesklier wordt ook wel pancreas genoemd. Dit orgaan bevindt zich boven in de buikholte, vlak onder de lever en achter de maag. Het dikste gedeelte van de alvleesklier heet de kop en het dunne uiteinde aan de linkerkant heet de staart. De alvleesklierbuis loopt van de kop naar staart. Deze buis functioneert als afvoergang die pancreassappen, die worden gemaakt door de alvleesklier, afvoert naar de twaalfvingerige darm.
In de alvleesklier bevinden zich cellen die pancreassappen maken en cellen die hormonen maken. De laatste cellen liggen in groepjes en worden de eilandjes van Langerhans genoemd.
De fysiologie van de alvleesklier
De alvleesklier heeft een aantal belangrijke functies. Een van de belangrijkste functies is het produceren van pancreassap. Dit sap bevat enzymen die bijdragen aan de vertering van eiwitten en vetten. Ze splitsen eiwitten en vetten waardoor deze beter verteerd kunnen worden in de darmen. Daarnaast zorgt het sap er voor dat de zure maaginhoud geneutraliseerd wordt voordat het binnenkomt in de twaalfvingerige darm.
Pancreassappen en hormonen
Behalve pancreassappen produceert de alvleesklier twee hormonen, namelijk glucagon en insuline. Deze hormonen zijn belangrijk voor de stofwisseling van voedingsstoffen en regelen op deze manier de bloedsuikerspiegel.
Koolhydraten, vetten en eiwitten worden tijdens het verteren omgezet in onder andere glucose. Dit komt in het bloed waardoor de bloedsuikerspiegel stijgt. Het is belangrijk om de suikerspiegel tussen de 4 en 8 millimol/liter te houden. Hier zorgen glucagon en insuline voor. Wanneer de bloedsuikerspiegel stijgt zal de alvleesklier insuline afgeven aan het bloed. Hierdoor wordt glucose uit het bloed opgenomen.
Tevens zorgt insuline er voor dat er een vermindert hongergevoel is. Wanneer de glucosespiegel daalt, bijvoorbeeld wanneer er een tijd niets is gegeten, geeft de alvleesklier glucagon af. Hierdoor wordt glycogeen afgebroken in de lever waardoor glucose wordt afgegeven aan het bloed zodat de bloedsuikerspiegel stijgt. Insuline en glucagon hebben dus een tegengestelde functie, waardoor ze samen kunnen zorgen voor een stabiele bloedsuikerspiegel Glucagon en insuline worden beiden geproduceerd door de cellen in de eilandjes van Langerhans.
Photo Banner: Chevanon/StockSnap.io
